Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor Aanvullingsbesluit bodem

Op 22 juni 2022 lichtte Corinne Heins van Bodem+ de stand van zaken van ‘bodem’ in het DSO toe tijdens het Strategisch Overleg van het GOO. De presentatie van Corinne vind je via deze link. In de presentatie komen onder meer aan de orde:

– wat is er tot nu toe gebeurd en wat gebeurt er nu;
– de aanvulling van de vergunningcheck met bodem;
– meldings- en informatieplichten bodem en;
– de oefenomgeving.

Tijdens het gesprek kwam ook ter sprake hoe om te gaan met de lokale regels, waaronder die in de huidige Nota bodembeheer.

Stand van zaken DSO bodemverontreiniging

De milieubelastende activiteiten voor bodem zijn inmiddels opgenomen in het Omgevings­loket, dat onderdeel is van het DSO. De vergunningcheck van het Omgevingsloket is nog niet aangevuld voor bodem[1]. Hiervoor geeft het Omgevingsloket nu nog de melding “Neem contact op met de gemeente”. De planning is dat voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet bodem is toegevoegd aan de vergunningcheck.

Het Programma Aan de slag met de Omgevingswet en Rijkswaterstaat Bodem+ ontwikkelen momenteel de vragenbomen voor de meest voorkomende milieubelastende activiteiten in het Aanvullingsbesluit bodem, met uitzondering van toepassen van bouwstoffen, mijnsteen en vermengde mijnsteen. Deze meldingen komen minder voor en hebben daarom lagere prioriteit gekregen. De activiteiten worden mogelijk pas na inwerkingtreding van de Omgevingswet aan de vergunningcheck toegevoegd.

De definitieve vragenbomen worden voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet toegevoegd aan het Omgevingsloket. De concept-vragenbomen worden getoetst door het team van het Programma Bodembeheer van de Toekomst.

Lokale bodemregels? Dan is actie nodig voor de vergunningchecks!

Het Rijk maakt voor gemeenten en waterschappen toepasbare regels bij de bruidsschat voor het omgevingsplan. Gemeenten die in het omgevingsplan regels voor bodem gaan hanteren bovenop of in plaats van de algemene regels of de bruidsschat, moeten daar­voor zelf aan de slag. Gemeenten moeten de lokale juridische regels omzetten naar toepasbare regels. Dit zijn begrijpelijke vertalingen van de juridische regels. Om te komen tot toepasbare regels wordt eerst een vragenboom opgesteld. Als de lokale regels van toepassing zijn binnen bepaalde deelgebieden, moet ook de kaart worden aangeleverd waarop de begrenzing van deze gebieden is aangegeven (Regels op de kaart).

Overgangsrecht voor de Nota bodembeheer

Via Overgangsrecht (via Aanvullingswet bodem Omgevingswet) worden de volgende onderdelen uit de nota bodembeheer gelijkgesteld aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan:

  • Bodemfunctieklassenkaart (art. 55 Besluit bodemkwaliteit);
  • Gebiedsspecifiek beleid vastgesteld onder artikel 44 Besluit bodemkwaliteit, oftewel lokale maximale waarden (inclusief kaarten met de begrenzing van het bodembeheer-gebied en de kwaliteit van de bodem) en afwijkende eisen aan bodemvreemd materiaal.

Gemeenten kunnen twee routes kiezen om initiatiefnemers van grondverzet in het Omgevingsloket te wijzen op de regels van het lokaal bodembeleid:

  • In het Omgevingsloket een verwijzing opnemen naar de vindplaats van het lokaal bodembeleid en bijbehorende kaarten op de eigen website;
  • De regels (eventueel na actualisatie) als maatwerkregels opnemen in het omgevingsplan, deze vertalen naar toepasbare regels en de toepasbare regels samen met de bijbehorende kaarten opnemen in het Omgevingsloket.
    De ‘oude’ beleidsdocumenten kunnen daarbij ingetrokken worden.
    In de ‘80%-versie van de Gelderse voorbeeldregels Bodem voor in het omgevingsplan’ zijn de regels uit de huidige (regionale) nota’s bodembeheer en de Beleidsnota Bodem (met Wbb-beleid van Provincie Gelderland, Gemeente Arnhem en Gemeente Nijmegen) al opgenomen als voorbeeldregels.

Zie voor een nadere toelichting hierop het webinar ‘Nota Bodembeheer onder de Omgevingswet’, met de bijbehorende presentatie en Q&A, van het programma Bodembeheer van de Toekomst.

In verband met het overgangsrecht blijven het Meldpunt Bbk, de BUS- en Wbb-formulieren na inwerkingtreding van de Omgevingswet wel in gebruik.

Oefenen?

Geef je op voor een werkplaats van Aan de Slag met de Omgevingswet!
Hiervoor zijn diverse mogelijkheden:

De Oefenomgeving van het Omgevingsloket

– Aan de Slag met de Omgevingswet biedt diverse manieren om te oefenen met het DSO

– Gemeenten en omgevingsdiensten kunnen zich ook aanmelden voor een werkplaats: dan kun je oefenen met het werken met de software voor bodem in het DSO, kun je daarover vragen stellen en feedback geven en komen jouw opmerkingen gelijk door aan de ontwikkelaars van de bodemtools in het DSO.

Oefen vooral samen, dus gemeenten en omgevingsdiensten. Gemeenten worden bevoegd gezag voor bodemtaken, de omgevingsdiensten voeren uit. Samenwerking is belangrijk. Trudy van den Berg (OVIJ) en Michiel Broers (ODR), die op 22 juni bij het Strategisch Overleg van het GOO aanwezig waren voor het gesprek over het DSO, gaven aan dat zij vanuit de omgevingsdiensten de samenwerking met de eigen gemeenten voor het DSO-bodem al gestart hebben.

Michiel vertelde hierover: “Door samen als gemeente en omgevingsdienst te oefenen met klik-demo’s komen er allerlei praktische aandachtspunten aan de orde. Een voorbeeld: Elke keer als een indiener een melding wijzigt of aanvult, ontstaan er weer een nieuwe zaak. Er ontstaan daarbij voor één initiatief meerdere zaken (met eigen zaaknummers). Die moeten geclusterd worden. Door ermee aan de slag te gaan, kun je voor praktische zaken nu vast denkrichtingen en oplossingen bedenken.”

De eerstvolgende klik-demo vindt plaats op 30 augustus.

Aan de slag!

Meer weten over het DSO? Ga dan naar het Ontwikkelaarsportaal DSO.

Vragen?

Stel ze graag aan GOO@gelderland.nl. Het GOO verzamelt de vragen en leidt ze door naar Corinne Heins van Bodem+. Mogelijk organiseert het GOO later dit jaar nog een sessie over het DSO (onderdeel bodem).


[1] De regels voor bodemenergiesystemen zijn overigens wel al onderdeel van de vergunningencheck.