Interview: GOO- expert Gerdien Kleijer

Gerdien Kleijer: bruggenbouwer tussen boer en bodembeleid
Wie behoefte heeft aan een gids in het vaak weerbarstige landschap van bodem, beleid en boerenbelangen kan terecht bij Gerdien Kleijer. Ze werkt als strategisch adviseur landbouw en natuur bij de gemeente Ede en is lid van de expertpool van het GOO. “Ik zie mezelf als een tolk tussen boeren en beleidsmakers,” zegt ze. “Beiden willen vooruit, maar spreken vaak een andere taal.”
“Ik was veearts. Had geen idee wat een gemeente precies deed. Tot ik bij de gemeente Ede als programmamanager buitengebied begon,” vertelt Gerdien. Inmiddels is ze strategisch adviseur en bodemexpert– niet door studie, maar “door met de laarzen in de wei te gaan staan.” Voor het GOO is ze beschikbaar als expert. Niet als allesweter, maar als verbinder: tussen boer en ambtenaar, bodem en beleid.
“De bodem is onze gezamenlijke grond”
Toen Gerdien in 2017 begon bij de gemeente Ede als programmamanager Buitengebied, viel haar iets op. “In de gemeentelijke stukken kwam ‘bodem’ amper voor. Als het er al stond, ging het over leidingen en vervuiling.” Maar voor haar was de bodem juist de basis. “Ik hoorde al die grote opgaven op gebied van voedsel, water, klimaat en biodiversiteit. Toen dacht ik: ja, maar dat begint bij bodem. Als die niet goed is, kun je de rest wel vergeten.” Ze kiest een pragmatische aanpak. “Ik zag dat we als overheid veel wilden van boeren, maar dat het gesprek ontbrak. Terwijl we hetzelfde willen: een vruchtbare bodem, schoon water, ruimte voor biodiversiteit.” In Ede organiseerde ze daarom in 2018 de eerste bodemcursus. Niet alleen voor boeren, maar ook voor ambtenaren en het waterschap. “Van samen niet weten naar: samen leren. Samen leren werkt, het wekt vertrouwen en maakt het gesprek eerlijker. En het haalt ook de druk eraf om meteen alles te moeten weten. Je begrijpt elkaars belangen beter en het gesprek wordt constructiever.”
Van cursus tot cultuurverandering
De opzet sloeg aan. Jaarlijks volgden nieuwe edities en het waterschap en andere gemeenten haakten aan. Loonwerkers deden mee, waterschappen stuurden mensen, de provincie raakte geïnteresseerd. Inmiddels is aandacht voor de bodem een vast onderdeel in de regio Foodvalley. “Na die eerste cursussen vroegen we: wat kunnen we nu doen? Wat kunnen boeren doen, wat kan de gemeente, wat het waterschap?” Er kwamen studiegroepen, pilots, subsidie-aanvragen, gezamenlijke experimenten. “We gingen gewoon aan de slag. Eerst op een paar hectare, dan op meer. Je leert door te doen.” Een van de tastbare resultaten is het project met kruidenrijk grasland. “Boeren kunnen via het landelijke initiatief ‘1001ha Kruidenrijk Grasland’ korting krijgen op het inzaaien van kruidenmengsels. Wij doen daar als gemeente nog een schepje bovenop. En we zorgen dat de loonwerker het goed inzaait – op een manier die ook goed is voor de bodem. Dan leer je van elkaar: de boer, de loonwerker, de overheid.”
Beekdalen, stuwtjes en strategie
“Boeren worden ambassadeurs van een nieuwe aanpak. Dat bereik je niet met beleid, maar met vertrouwen en ervaring.” Een ander voorbeeld is het beekdalenproject. Gerdien bracht boeren, waterschap en gemeente rond de tafel. Overheden schetsten de opgaven voor water, boeren dachten mee en werden praktisch en gaven hun wensen aan (“stuwtjes!”), het waterschap luisterde. Uiteindelijk zijn er negentien stuwen geplaatst. “Een kleine ingreep, grote impact. Water blijft langer in het gebied, boeren hebben minder last van droogte. Win-win.”
Ruimte voor enthousiasme
Wat Gerdien drijft is niet de techniek, maar het proces. “Ik ben geen bodemkundige, ik huur experts in. Maar ik help het gesprek op gang, zorg dat iedereen zijn belang op tafel durft te leggen. En ik geef mensen het vertrouwen om te beginnen, ook als het nog niet perfect is.”
Dat betekent dat het soms ook schuurt. “Een ecoloog zei ooit bij een bloeiend perceel vol groenbemesters waar het zoemde van de insecten en vlinders: ‘Dit zijn niet de vlinders die we zoeken.’ Maar die boer had net een grote stap gezet door te zorgen dat er weer vlinders en insecten waren, voorheen waren die er helemaal niet meer. En via die groenbemester bouwt hij de bodem op zodat deze beter regenwater kan vasthouden. Op zo’n moment is erkenning en het bredere belang zien belangrijker dan perfectie op één thema.”
Advies voor collega’s: begin gewoon
Voor collega’s die zelf met bodem, landbouw of gebiedsontwikkeling aan de slag willen, heeft ze duidelijke tips:
- Begin klein. “Drie boeren, één cursus, een stuk grond. Meer heb je niet nodig om te leren.”
- Ga samen leren. “Niet alleen boeren op cursus sturen, maar zelf meedoen. De koffiepauze is vaak belangrijker dan de theorie.”
- Denk regionaal. “Veel gemeenten hebben beperkte capaciteit. Werk samen. Het waterschap, boerenorganisaties of een grotere buurgemeente kunnen vaak helpen trekken.”
- Geef ruimte aan experiment. “Wacht niet tot het perfect is. Ga doen, dan zie je vanzelf wat werkt.”
De expert van het GOO
In haar rol als GOO-expert is Gerdien beschikbaar voor gesprekken, advies of om mee te denken over een aanpak. “Bel gewoon. Of het nu gaat om: hoe neem ik mijn wethouder mee, hoe leg ik het uit aan de raad, of: hoe start ik met boeren in mijn gebied? Niks is te klein, niks is te gek. De bodem is waar we allemaal op staan. En hoe beter we samenwerken, hoe steviger die bodem wordt!”
Meer weten of contact met Gerdien? Mail: Goo@gelderland.nl